In 1940 behandelde Ferdinand
Huneke een vrouw met een verstijfd en zeer pijnlijk schoudergewricht,
rechts, die reeds vele maanden door verscheidene bekwame artsen
was behandeld, maar steeds zonder succes. Uitgaande van de overweging
dat een focus of haard bacteriën en toxines in de bloedbaan
kan brengen en aldus ziekten, ontstekingen en pijn kan veroorzaken,
had men haar amandelen en de meeste tanden reeds verwijderd.
Had Hippocrates er tweeduizend vijfhonderd jaar geleden al niet
op gewezen dat hopeloze rheumatische klachten soms kunnen worden
genezen door een ontstoken kies te verwijderen? En leert men
uit Egyptische inscripties , daterend uit 650 voor Christus niet
hoe koning Annafer-Enna van zijn chronische hoofd- en gewrichtspijn
als bij een wonder werd genezen door extraktie van tanden? Dat
had bij de arme vrouw echter allemaal niet veel gebaat en men
overwoog nu haar linker onderbeen te amputeren, daar men hier
een focus vermoedde vanwege een vroeger doorgemaakte osteomylitis
(beenmergontsteking). Huneke spoot procaine intraveneus rechts
in en bracht kwaddels aan rond het rechter schoudergewricht.
Hij spoot eveneens in de rechter schouder-gewrichtsspleet en
aan het ganglion stellatum rechts, het autonoom vegetatief zenuwcentrum
ter hoogte van de nek. Alhoewel dit reeds vaak resultaat had
opgeleverd bij andere patiënten, werkte de therapie in dit
geval niet. Huneke zei, dat hij haar niet helpen kon en dat hij
zich ook niet competent achtte om haar aan te raden om ook nog
het linker onderbeen te amputeren, want dat had men haar in het
academische ziekenhuis uiteindelijk geadviseerd. Dat was nog
in de tijd, dat de zgn HAARD-leer zeer in de medische belangstelling
stond. Overigens begint met de research van een HAARD en van
een nog onbekende ziekteverwekkende werking ervan op de gehele
mens tevens het onderzoek naar de succesvolle therapeutische
werking van de neuraaltherapie. Hier begint tevens het onderzoek
van prof. Pischinger naar Basis-Bio-Regulatie via het zgn grondsysteem.
De samenhang tussen neuraaltherapie en het B.B.R.S. wordt voor
iedereen die dieper wil doordringen in beide onderwerpen, thans
inzichtelijk en logisch. We gaan nu weer verder met de geschiedenis
van de stoorveldtherapie. Na enkele weken kwam de vrouw bij F.
Huneke terug vanwege het oud osteomyelitis-litteken op het onderbeen,
dat ineens weer sterk ontstoken was. Huneke behandelde dit litteken
door omheen de ontstoken plaats enkele kwaddels procaine te injecteren.
Met een klap waren de schouderklachten verdwenen!! De patiënte
kon haar arm weer bewegen en zonder pijn! Huneke was een bijzonder
goede waarnemer, want bij deze eerste waarneming al stelde hij,
dat de term HAARD bij deze vorm van genezing niet juist was.
Hij sprak van stoorveld. Ziekte makende bacterieën of toxinen
stonden hier niet centraal, maar electrische fenomenen. Wonder
boven wonder hield dit resultaat blijvend na één
enkele behandeling aan. Huneke had zijn eerste "secondefenomeen"
beleefd. Het zou niet het laatste zijn en dit is het mooiste
wat elke Neuraaltherapeut kan overkomen. Om van secondefenomeen
te kunnen spreken, moeten alle door het stoorveld veroorzaakte
klachten voor 100% vêrdwijnen. Voor zover dat anatomisch
tenminste nog mogelijk is, want wat dood is kan natuurlijk niet
meer levend gemaakt worden en een vervormd gewricht, blijft natuurlijk
vervormd. Een secondefenomeen moet minstens 20 uur aanhouden
bij een lichaamsstoorveld (van een tandstoorveld minstens 8 uur).
Bij volgende behandelingen moet die periode van klachtenvrijheid
toenemen, totdat de ziektesympthomen uiteindelijk wegblijven.
Dat zijn de praktijkregels, zoals F. Huneke ze zelf nog voor
de neuraaltherapie heeft vastgesteld. Natuurlijk is de praktijk
bij iedere individuele patiënt zeker in de huidige tijd,
niet (meer) altijd zo natuurwetmatig, zoals F. Huneke dit in
de regels van het secondefenomeen klassiek heeft geformuleerd.
Uit het eerste secondefenomeen kon Huneke alvast twee besluiten
trekken:

1. Vooreerst dat de oude focusleer of haardleer dient te worden
verlaten. Het is inderdaad niet denkbaar dat een eenvoudige procaine-injectie
zo vlug alle toxines uit het organisme zou kunnen doen verdwijnen,
zoals de oude, humorale haardleer stelt.
2. De werking verloopt over het zenuwstelsel. Elk litteken en
elke chronische- of niet helemaal uitgeheelde ontsteking kan
als een stoorveld werken en zendt dan stoorimpulsen uit, die
via de zenuwbaan op een andere plaats ziekteverschijnselen kunnen
oproepen en onderhouden.
Zo'n afstandswerking komt op
het eerste gezicht als verwonderlijk over. Toch verwonderen wij
er ons niet over, dat op de tweede verdieping van ons huis het
licht niet brandt, als in de kelder de zekering is doorgeslagen.
Waarom dan verbaasd kijken als men hoort dat het litteken van
een ongeval aan de voet, of een litteken van een appendix-operatie
of keizersnee, migraine of schouder-artritis uitlokt? Leven is
energiegebonden. De bevruchting is het gevolg van een elektrische
ontlading tussen de eicel en de zaadcel. Men weet ook dat elke
van de 60-70 biljoen, sommigen zeggen een triljoen, menselijke
cellen als een elektrische batterij fungeert met een spanning
van 40-90 millivolt ter plekke van de celmembraan. Bij prikkels,
door koude, chemicaliën, verwonding, verdwijnt stapje voor
stapje dit potentiaalverschil. Dankzij het zuurstofmetabolisme
krijgt de cel de energie om direct weer de potentiaal op te bouwen.
Na zeer heftige prikkels, verwondingen of operatie lukt dit evenwel
vaak niet meer: de cel kan niet meer voldoende opladen. Vanuit
zulk een zone- bijvoorbeeld een onvoldoende genezen litteken-
worden stoorimpulsen uitgezonden. Verzwakte of door vroegere
ziekten reeds beschadigde organen hebben een slecht onderscheidingsvermogen.
Zinloze impulsen van de stoorzender worden aldus verwerkt tot
ziekelijke doorbloedingsstoringen en afwijkingen in het regelsysteem.
Daarom bijvoorbeeld kunnen ontstoken amandelen of zelfs geopereerde
amandelen, die eigenlijk nog nooit echte klachten hebben opgeleverd
bij verschillende mensen totaal verschillende ziektebeelden oproepen:
bij de een rheuma, bij de ander migraine. Het Neuraaltherapeuticum,
dat in het stoorveld wordt ingespoten, laadt de cellen a.h.w.
weer op. Met deze repolarisatie door procaine worden de normale
celfuncties hersteld en wordt de stoorzender uitgeschakeld en
door elke nieuwe injectie in het stoorveld wordt het organisme
steeds weer opnieuw geleerd hoe de juiste potentiaal op te bouwen
en op peil te houden. In dit verband is vooral het basis-researchwerk
van de Leuvense zoöloog Prof. Dr. Arnold De Loof interessant.
Hij stelt dat wanneer men de resultaten van vroegere proeven
combineert met de vrij recente ontdekking dat cellen zelf elektrische
stromen kunnen voortbrengen (gedragen door ionen en niet door
elektronen) en die onder bepaalde voorwaarden doorheen zichzelf
kunnen laten drijven, er een universele basis - wetmatigheid
naar voren komt. Volgens Professor De Loof is niet de genetische
informatie op de chromosomen in de celkern de sleutel tot het
begrijpen van o.m. de embryonale ontwikkeling, maar de bio-elektriciteit
van de celmembraan. Dit membraan is van groot belang voor alle
uitwisseling tussen de cel en haar milieu en speelt zo een doorslaggevende
rol in het bepalen van welk deel van de genetische informatie
mag worden gebruikt. Professor De Loof ziet de cel als een elektroforese-eenheid.
Zijn vrij theoretische bevindingen geven in ieder geval een verklaring
voor spectaculaire toepassingen van de principes van de bio-elektriciteit.
Zij openen nieuwe mogelijkheden voor het kankeronderzoek en kunnen
verklaring geven voor wat in de acupunctuur en de Neuraaltherapie
geschiedt. Met behulp van de moderne kennis van de biophysiek
en de quantenfysiek werd een geheel nieuw modern bioenergetisch
denkmodel van het Regulatie-geneeskundige gebeuren van de Neuraaltherapie
maar ook van andere Regulatie-geneesmethoden opgesteld ( H. Lamers,
L. Göring 1985,1992). In 1988 werd tevens door de arts H.
Lamers, die als eerste in het jaar 1968 een Nederlandse Artsen
groepering voor Neuraaltherapie oprichtte, welke zeer goed samenwerkte
met de Duits-, Belgische- en Oostenrijkse artsenverenigingen
voor Neuraaltherapie volgens Huneke, het boek uitgegeven "Neuraaltherapie
en het Basis-Bio-Regulatie-Systeem," Ankh Hermes, ISBN 90-202-1829-8.
Dit boek (162 pagina's) is helaas uitverkocht, maar wordt opnieuw
uitgegeven en daarin wordt dan een verdergaande ontwikkeling
beschreven, die de neuraaltherapie en het Basis-Bio-Regulatie-Systeem
(B.B.R.S.) sinds 1988 hebben doorgemaakt en die nog een veel
dieper inzicht geeft in de fundamenten van de alternatieve- maar
ook van de reguliere geneeskunde. Recente nauwe samenwerking
met Dr. Roel van Wijk, moleculair celbioloog aan de universiteit
van Utrecht, tevens universiteitsdocent, die thans óók
samen met Prof. Fritz Popp in D-Neuss het Internationaal Instituut
voor Biophotonen onderzoek leidt, geven me waarschijnlijk goede
mogelijkheden om deze m.i. belangrijke taak te volbrengen, en
daarmee tevens mijn persoonlijke ervaringen in de neurale- regulatiegeneeskunde
in het bijzonder, maar ook in de levensprocessen van ziekte en
gezondheid in het algemeen af te ronden. |